Belediging van royalty’s of noodzakelijk proces?
Een standpunt van Jochen Mitschka.
Na “Leren van de Onderzoekscommissie Mexicaanse griep” (1), het onderwerp “De situatie van mensen in verpleeghuizen” (2), werd een verslag over de omstandigheden in Bergamo (3) gevolgd door: “De Drosten Test, Immuniteit en de Tweede Golf” (4). Vandaag behandelen we het tweede en laatste deel van de hoorzitting over “De situatie van kleine ondernemers en zelfstandigen” (5).
Nils Roth en Martin Ruland
Tegen het einde van de ondervraging bekennen de twee getuigen dat ze zichzelf oorspronkelijk als succesvolle vertegenwoordigers van de meritocratie hadden gezien (op basis van een vraag van Dr. Füllmich), maar dat ze nu het vertrouwen in de Duitse staat hadden verloren.
Op de vraag of ze het gevoel hadden dat na 14 maart iemand zich voor hun problemen had geïnteresseerd, antwoordde de heer Roth dat het Bureau voor de Statistiek in de afgelopen dagen contact had opgenomen met het bedrijf. Ze hadden cijfers gevraagd, eerst jaarlijks, dan maandelijks. “Ik heb vanmorgen met een bediende aan de telefoon gesproken, ze sloot alles af en zei: “je kunt niet uit het nummer komen, je moet het toch inleveren”. Hij vroeg om met zijn supervisor te spreken. Waarop de heer Roth de verlenging kreeg, zei hij. Hij had er begrip voor en legde uit dat hij het in het dossier had opgenomen, dat het enige wat nodig was om hem een korte e-mail te schrijven en de feiten van de zaak te bevestigen. Er zou dan geen onderzoek plaatsvinden.
Vervolgens meldde hij dat het onmogelijk was om na uren in de wachtstand verklaringen te ontvangen over de 4e en 5e financieringsmogelijkheid samen. Wie aan de 4e werkte, zou verklaard hebben niet bekend te zijn met de 5e, en vice versa. In dit opzicht zou het niet mogelijk zijn geweest de twee financieringsmogelijkheden met elkaar in verband te brengen. Men zou alleen schriftelijke antwoorden op deze vragen kunnen krijgen, en men zou moeten … wachten.
De heer Ruland meldde dat in eerste instantie alle aanvragen online zouden worden ingediend. Als er vragen zouden zijn, zou een beheerder voor een eventuele Harz4-applicatie zeer vriendelijk zijn geweest, maar had hij in een vroeg stadium van de procedure niets “vereenvoudigd” kunnen sturen. Wat nu mogelijk was geweest in Berlijn, iets later, blijkbaar met een andere bediende.
Vervolgens stelde hij uit eigen beweging een vraag aan de juristen van de commissie. Hij vroeg of het juist was dat men op grond van de Wet op de infectiebescherming in principe aanspraak zou kunnen maken op gederfde inkomsten. Dr. Füllmich legde uit dat dit in theorie juist zou zijn, maar dat hij de bewering zou baseren op “verwijtbaar foutief gedrag” in plaats van op de wet op de infectiebescherming. En dat hij had deelgenomen aan de eerste hoorzitting, die was geïnitieerd door een restauranthouder.
Het hof in Hannover zou eerst de indruk hebben gewekt dat het alle partijen goed wilde horen. Uiteindelijk zou de rechtbank hebben geconcludeerd dat beide partijen goede argumenten hadden aangevoerd. Dan zou de rechter hebben gezegd: “Denk eens na, als ik het met u [de eiser] eens ben, welk effect zal dit hebben in Nedersaksen, welk effect zal het hebben in heel Duitsland? Dat zou een politieke beslissing zijn.
Dr. Füllmich: Als de rechter een schadevergoeding zou toekennen, d.w.z. om recht te spreken, zou hij tegen zijn eigen werkgever moeten beslissen.
Op de vraag hoe de situatie de familieomstandigheden zou beïnvloeden, antwoordden de getuigen voorzichtig. Ze zouden elkaar aanmoedigen. Beiden verklaarden hierover dat ze de berichten in de media niet meer serieus konden nemen omdat ze haaks zouden staan op hun eigen ervaringen. Vervolgens hebben ze het gehad over de tijdelijke verlaging van de BTW, wat die zou betekenen voor kleine bedrijven en hoe zinloos die zou zijn.
De economische situatie
Nadat de verbinding met Prof. Christian Kreiß van de Aalense Hogeschool niet telefonisch in voldoende kwaliteit tot stand kon worden gebracht, werd een enquête gehouden met het voormalige hoofd van de economische afdeling Heinz Kruse (7) uit Hannover.
De heer Kruse is 73 jaar oud, meldde zich, en had tijdens zijn beroepsleven ervaring opgedaan in het openbaar bestuur in Noordrijn-Westfalen en als hoofd van de economische afdeling in Hannover. Daarna zou hij als manager in verschillende bedrijven hebben gewerkt. Oorspronkelijk kwam hij uit de banksector.
Vervolgens werd hem gevraagd hoe de lockdown-besluiten de economische situatie in Duitsland zouden hebben beïnvloed en wat er nog meer te verwachten viel.
Hij antwoordde dat men zou spreken over een corona-crisis, maar dat het in werkelijkheid een mengeling zou zijn van economische problemen, zeker gedeeltelijk corona-gerelateerd, met andere problemen die structureel samenhangen. Deze structurele problemen hadden zich al lang voor de corona-crisis opgestapeld en aangekondigd. Zij zouden met name van invloed zijn op de structuur van het midden- en kleinbedrijf in het land, of liever gezegd in het hele EU-gebied.
De problemen zouden te wijten zijn aan het feit dat Duitsland en de EU zich eenzijdig hebben gericht op globaliseringsstrategieën, d.w.z. de wereldwijde financiële industrie en grote ondernemingen. Het endogene potentieel zou zijn verwaarloosd. Het midden- en kleinbedrijf zou niet voldoende zijn bevorderd of ontwikkeld.
Hij noemde vervolgens de volgende gebieden als voorbeeld: De sectoren die de werkgelegenheid nog zouden uitbreiden, zouden te maken krijgen met het fenomeen dat er enerzijds een groeiende werkloosheid zou zijn, maar dat er anderzijds een gebrek aan gekwalificeerde werknemers zou zijn. Dit zou te wijten zijn aan het feit dat de onderwijssector de afgelopen 30 jaar crimineel is verwaarloosd. “Duitsland is op weg naar bedwelming.”
Bovendien zouden de voorwaarden voor toetreding tot de markt voor kleine en middelgrote ondernemingen aanzienlijk zijn verslechterd. Goede ideeën zouden zijn opgekocht omdat ze geen financierings- en realisatiemogelijkheden zouden hebben gevonden in de binnenlandse sector.
Deze structurele problemen zouden nu nog worden verergerd door de extra economische druk. Corona zou niet de oorzaak van de problemen zijn, maar slechts een “zaklamp op de bestaande structurele problemen”, maar zou de recessieontwikkeling drastisch aandrijven.
Dr. Füllmich legde uit dat hij ook uit de banksector kwam en dat de verklaringen zijn beoordeling zouden bevestigen. Hij meldde dat er sprake zou zijn van een economische terugval van 10 tot 11% in Duitsland, en dat dit in andere landen nog erger zou zijn. Vervolgens vroeg hij of de heer Kruse kon inschatten waar het land mee te maken zou krijgen als de maatregelen van de regering zouden worden gehandhaafd.
De heer Kruse legt uit dat hij niet meer actief is in de dagelijkse gang van zaken, waardoor hij geen betrouwbare prognose op korte of middellange termijn kan maken. Toch legde hij een aantal zaken uit die volgens hem een grote rol zouden spelen om duidelijk te maken wat er voor Duitsland in het verschiet ligt.
Om de economische situatie in Duitsland te beoordelen, zou men volgens hem ook naar het buitenland moeten kijken, met name naar de EU. En daar zou men geconfronteerd worden met het fenomeen dat het zuiden van de EU zou wegbreken. Italië moest gezien worden als een voormalig industrieland dat de boot had gemist. Daarom zou een deel van de industriële infrastructuur van de EU in gevaar komen. Duitsland zou de cruciale fout hebben gemaakt om geglobaliseerde bedrijven zoals VW te steunen, maar ze zouden zijn gezwicht voor het virus van de grootheidswaanzin.
Ze zouden hebben geprobeerd om “eerst” wereldwijd te zijn, maar hebben over het hoofd gezien dat de prestaties van een industrieregio vooral de structuur van middelgrote bedrijven zouden omvatten. Duitsland zou altijd een sterke middenklasse hebben gehad, maar die zou nu dreigen weg te breken omdat er nu verschillende dingen bij elkaar zouden komen.
Er zou sprake zijn van een ontoereikende infrastructuur, zowel wat betreft de traditionele infrastructuur, bijvoorbeeld in de vervoerssector, als de moderne communicatie- en kennisinfrastructuur. Er zou ook een gebrek aan onderwijs zijn. Op alle niveaus. Van de kwalificatie van geschoolde werknemers tot het niveau van het hoger onderwijs. Duitsland zou niet genoeg academisch “kennisoverschot” produceren om op belangrijke toekomstige gebieden concurrerend te zijn.
Dr. Füllmich vroeg vervolgens naar de beoordeling met betrekking tot de voormalige Oostbloklanden. De heer Kruse vreesde dat de programma’s van de EU in de eerste plaats gericht zouden zijn op de financiële industrie en de grote ondernemingen, die wereldwijd gepositioneerd zijn. Ook daar zou de ondersteuning en ontwikkeling van “endogene potentiëlen” volledig worden verwaarloosd. Als hij een adviseur van deze regeringen zou zijn, zou hij aanbevelen om consequent een strategie voor de ontwikkeling van het endogene potentieel te volgen. Dit zou betekenen dat wordt gestreefd naar een herstructurering en reorganisatie van het midden- en kleinbedrijf op lange termijn. Hij beveelt een regionaal structuurbeleid aan dat gericht is op infrastructuur, kennis en kapitaal.
Dr. Füllmich vroeg of de eisen voor meer rechtstaat niet gecombineerd hadden moeten worden met de nog niet uitgekeerde EU-middelen. Mr. Kruse zei dat hij voorzichtig zou zijn. Als hij naar Italië en Frankrijk zou kijken, zou hij het probleem van de rechtsstaat niet eenzijdig zien met Polen en Hongarije. Hij ziet het voor de hele EU.
Europa [dat wil zeggen de EU] zou een geesteskind zijn dat niet gebaseerd zou zijn op een grondwet. In zoverre zou hij het debat over de rechtsstaat als afstandelijk beschouwen. Een belangrijkere fout zou zijn dat noch het tijdsbestek, noch de kwalificatie van de afzonderlijke investeringsmaatregelen voldoende is gedefinieerd. Dit zou betekenen dat men zou moeten vrezen dat het een pure “herverdelingsorgie” zou worden, vooral in die landen die industrieel bezig zijn met het “smeren”, zoals Griekenland, Italië, Spanje, Frankrijk.
“Ik zie het gevaar van toekomstige kruissubsidies zonder dat er structureel iets gebeurt. Met andere woorden, steun voor oude structuren die niet meer levensvatbaar zijn.”
Er is een gebrek aan inbreng in moderne technologieën, en dit met veel geduld. Dit zou investeringen in onderzoek, het milieu, enz. omvatten. Europa zou worden gemarginaliseerd op het gebied van moderne technologieën. We zouden altijd naar de Verenigde Staten kijken en de snelheid waarmee Azië ons op deze gebieden zou inhalen, zoals bijvoorbeeld bij 3D-printing en kunstmatige intelligentie, over het hoofd zien.
Dr. Füllmich vroeg vervolgens of de EU misschien met succes kan worden vernieuwd door een beroep te doen op het idee van een gemeenschappelijke markt. De heer Kruse gaf toe dat hij al bezig was met ideeën over wat er gedaan zou kunnen worden. Hij dacht eraan om over te stappen op een geregionaliseerd structuurbeleid in het hele EU-gebied, naar een structuur die zou moeten uitgaan van de fundamenten van het Europese economische systeem. Daarbij moeten de kleine en middelgrote ondernemingen opnieuw worden opgebouwd. Men moet niet vertrouwen op de oude industrie, die de autofabrikanten zou omvatten. Er zou geen sprake zijn van een positieve impuls van deze industrie. Met name de Duitse automobielindustrie zou de vooruitgang nastreven. Het zou verkeerd zijn om deze industrie te subsidiëren. We zouden een nieuwe middenklasse moeten creëren, en wel in alle regio’s van de EU. De bevoegdheden van een dergelijk structuurbeleid moeten niet bij het hoofdkantoor in Brussel liggen, maar de technische bevoegdheden moeten in de regio’s worden gezocht.
Dr. Füllmich vroeg of de regionalisering ook voor de financiële sector opnieuw moet worden bevorderd. Mr. Kruse was er zeker van dat dit het geval was. Hij zei dat de financiële industrie leefde van haar macht, niet van haar positieve bijdrage aan de structuur van de economische systemen.
“Ik denk dat de EU precies twee opties heeft: Ofwel moderniseert het van onderaf en neemt het alle positieve elementen in zich op. Dit varieert van kunstenaars tot kleine en middelgrote ondernemers, en veel jonge ingenieurs die goede ideeën hebben maar deze niet in de praktijk kunnen brengen. Dit komt omdat we eenzijdig structuren bevorderen die verouderd zijn.”
De auto-industrie zal krimpen, net zoals de staalindustrie ooit krimpt. Het zal nog 20 of 30 jaar duren, maar het zal minder worden en niet meer zo belangrijk zijn voor de samenleving als in de moderne tijd.
Terugkijkend op zijn werk in NRW, legde hij uit dat de auto-industrie hem fataal zou herinneren aan de verwevenheid van de kolen- en staalindustrie daar in de jaren zeventig en tachtig. Men kon duidelijk dezelfde tekenen van crisis zien toen en nu in de auto-industrie.
Dr. Füllmich voegde er echter aan toe dat de discussie in deze crisis vooral ging over hoe de auto-industrie te redden, hoe Lufthansa te redden en hoe grote bedrijven te ondersteunen. Hij had net gelezen over de financiële sector dat deze te maken had met enorme kredietverzuimcijfers. De Commerzbank zou in de financiële crisis gered zijn met een staatsingrijpen van 25 procent op dat moment, en de Deutsche Bank zou de hele tijd gered zijn, ook al zou het van het ene schandaal naar het andere schandaal verschoven zijn. Hij vroeg zich af of dit niet volledig verkeerde accenten zouden zijn geweest die de politici daar hadden gelegd.
Mr. Kruse heeft dat bevestigd. Gisteren nog zou hij een gesprek hebben gehad met een jonge ondernemer, de manager van een bedrijf met 200 medewerkers. “Hij vertelde me dat ze bezig zijn met het inhuren omdat veel van hun nog kleinere concurrenten failliet zijn gegaan. Hij verwacht dat de grote strijd deze herfst op zijn markt zal beginnen. Dan zouden de typische middenklassebedrijven naar de keel grijpen, omdat de verborgen structurele problemen in het najaar eindelijk zouden openbarsten.
Dr. Füllmich legde toen uit dat mensen van de KSK-eenheid van de Duitse strijdkrachten, zelfs met echte namen, een interview hadden gegeven aan de New York Times en verklaarden dat ze zich voorbereidden op deze grote ineenstorting in de herfst. De soldaten zouden worden ondersteund door een netwerk van de industrie, het midden- en kleinbedrijf en zelfs banken. Hij vroeg zich af of het misschien zo erg kon worden dat de botsingen niet alleen op economisch vlak zouden plaatsvinden, maar ook op straat.
De heer Kruse legde uit dat hij niet in staat was om dit te beoordelen, omdat hij niet wist hoe een seculiere stagnatie kon veranderen in een vrije val. Hij had hiervoor niet genoeg informatie over de primaire gegevens. Wat hij echter vreesde, zou zijn dat de EU niet in staat zou zijn om vanuit het hoofd te handelen, en wat zou worden geadverteerd als “handelingsbekwaamheid” zou worden geschreven op het smeerpapier van de financiële sector dat zou worden overhandigd.
Er zou zoiets zijn als het corrumperen van de hoofden, wat niet alleen zou werken door middel van geld, maar ook zou gebeuren door middel van kennisoverdracht. De grootste bedreiging zou, afgezien van de structuur van de economie, liggen in de politieke structuren.
“De partijen, en de dominante personen in de partijen denken in de categorieën van de afgelopen eeuwen”. Er zou geen moderniteit zijn in de openbare bureaucratieën.
Dr. Füllmich vroeg of er een volledige onthechting van de politiek van het volk en zijn wensen zou zijn, zoals in de VS, in Duitsland. De heer Kruse antwoordde dat hij het gevaar jaren geleden in een van zijn boeken had beschreven en dat de angst nu zou uitkomen.
“We hebben een vrijstaande politiek-administratieve sector die denkt in zijn eigen gesloten categorieën. Communicatie, het volledig wegwerken van het probleem van de politieke basisbeslissingen, heeft tot gevolg dat er een nieuw kastenstelsel ontstaat.
Kruse wees erop dat de hele affaire met de nieuwe voorzitter van de Commissie [van de EU] een “schop in het gezicht” zou zijn geweest voor iedereen die nog een overblijfsel van fundamenteel democratisch begrip had. De heer Kruse is van mening dat een fundamentele democratische hervorming van de EU niet mogelijk is. Maar dat zou ook voor Duitsland gelden.
Dr. Füllmich was verbaasd dat men in de Duitse massamedia maar één mening zou vinden. En het zou niet anders zijn in de Corona-politiek. De heer Kruse antwoordde dat de macht altijd moet worden gedeeld. Dat zou al eeuwenlang bekend zijn. En we zouden deze basisvoorwaarden van de democratie hebben geschonden. Er zou een uniform pabulum komen waarin alle belangrijke functies van de politiek in een persoonlijke schertsvertoning zouden worden verdeeld (8). Wie zou de federale president worden, wie zou het hoofd van een autoriteit worden, wie zou een minister worden, dat zou worden uitgewerkt. Er zou geen democratische selectie op basis van bekwaamheid zijn. Dit zou nu van invloed zijn op alle gebieden van het land. “Men moet het vormend effect van de financiële kapitalistische interventie in de media en de politiek niet onderschatten.” Er zou geen tegenkracht zijn. “De soeverein heeft geen positie in ons land.”
Voor Dr. Füllmich lijkt dit bijzonder slecht te zijn voor advocaten, want dit is precies wat er zou gebeuren op het niveau van de federale rechtbanken. Hij legde toen uit dat het voormalige Groene lid van de Bondsdag Gerhard Schick had geprobeerd een tegenwicht te ontwikkelen, dat de “Citizens’ Movement Financial Turnaround” zou worden genoemd. Hij vroeg of dit een manier zou kunnen zijn om de bevolking weer te laten deelnemen aan financiële beleidsbeslissingen.
De commissie vroeg hoe het komt dat de situatie in de politiek niet serieus werd besproken en dat er geen sprake was van een serieuze discussie. De heer Kruse antwoordde dat de bureaucratieën nog steeds werden opgezet zoals in de feodale periode. “Volgens het toneelschrijfpatroon. We hebben altijd een administratie die Pruisisch denkt en handelt.” Maar dat zou vandaag de dag negatief zijn, omdat de administratie structureel overbelast zou zijn. Er zouden meer mogelijkheden zijn dan dit soort politiek aankan. Het zou dan ook niet meer dan normaal zijn dat we ons afsluiten en dat het aantal misstanden zelfs nog verder toeneemt. De realiteit zou vervaagd worden en dit soort beleid zou door de media in Potemkin-dorpen gebouwd kunnen worden, waarin men dan ook zelf zou geloven.
De reden waarom het moeilijk zou zijn om te veranderen zou zijn om fouten toe te geven. Ze zouden leiden tot standpunten in de politieke administratie. Als een hoofd van rechts rolt, moet een hoofd van links ook rollen. “We hebben een machtsstructuur die niet alleen verbeend is, maar ook als kleverige pudding. Wat verbeend is en omgeven door kleverige pudding kan niet aan de muur genageld worden.
Kruse geloofde niet in samenzweringstheorieën, zei hij, maar hij geloofde in de kracht van het apparaat dat niet kan worden gebroken. Degenen die in het apparaat zijn opgegroeid, vertrouwden het apparaat en de structuren die hen macht gaven.
Kruse legde uit dat hij een apparaat had met enkele duizenden mensen en dat het al moeilijk genoeg zou zijn geweest om hem in één richting te krijgen. Het hele apparaat veranderen zou betekenen dat men concreet zou moeten ingrijpen in carrièreplannen, in machtsstructuren. Naast de machtsstructuren van de vakbonden zouden er partijpolitieke en andere machtsstructuren zijn. Het zou ongelooflijk moeilijk zijn om een bureaucratie te veranderen als die eenmaal is ontstaan en stevig is verankerd. Op dit moment zou de politieke bureaucratie ook een enorme macht hebben in de vorm van geld. “Dit maakt je natuurlijk volgzaam.”
Mr. Kruse was ervan overtuigd dat er een tijd zou komen dat er naar alternatieven zou worden gezocht. Daarom zouden de inspanningen die vandaag worden geleverd om alternatieven te onderwijzen en te bespreken, zeer nuttig zijn.
Na de laatste ondervraging van de heer Kruse werden door de commissie nog andere voorbeelden van sancties tegen middelgrote ondernemingen gemeld, en hoe de juristen de juridische situatie, namelijk illegaal, beoordeelden, wat door de eerste rechtbanken zou zijn bevestigd.
Er waren ook berichten over hoe in Berlijn honderden miljoenen euro’s snel en onbureaucratisch zouden zijn uitbetaald aan honderdduizenden detailhandelaren na een onlinetoepassing, en de vraag werd gesteld of dit geen slechte investering zou zijn geweest om verkeerde politieke beslissingen te verdoezelen. En het zou allemaal gebaseerd zijn op een test die zogenaamd infecties zou opsporen, wat helemaal niet het geval is.
Vooruitzichten
Het volgende deel, de samenvatting van sessie 6, gaat over de situatie van kinderen. Er zal onder andere een psycho-immunoloog spreken.
+++
Bronnen
(1) https://kenfm.de/corona-untersuchungsausschuss-teil-1-von-jochen-mitschka/ und https://kenfm.de/corona-untersuchungsausschuss-teil-2-von-jochen-mitschka/
(2) https://kenfm.de/corona-untersuchungsausschuss-teil-3-von-jochen-mitschka/ und https://kenfm.de/corona-untersuchungsausschuss-teil-4-von-jochen-mitschka/
(3) Zusammenfassung Teil 5: https://kenfm.de/corona-untersuchungsausschuss-teil-5-von-jochen-mitschka/ Video: https://corona-ausschuss.de/sitzung3/
(4) https://corona-ausschuss.de/sitzung4/
(5) https://corona-ausschuss.de/sitzung5/
(6) https://greenmango24.de/
(7) https://www.youtube.com/watch?v=rfoZlGUZBoU
(8) Von mir auch “Konsens der staatstragenden Parteien” genannt.
+++
https://kenfm.de/bundestagsuntersuchungsausschuss-oder-tribunal-%e2%80%a2-standpunkte/
https://twitter.com/TeamKenFM/status/1286332970408841219
https://youtu.be/sL4kO2J8niQ
https://corona-ausschuss.de/
https://www.freidenker.org/?p=8079
+++
Met dank aan de auteur voor het recht om het artikel te publiceren.
+++
Beeldbron: ©OVALmedia
+++
KenFM streeft naar een breed spectrum aan meningen. Opinieartikelen en gastbijdragen hoeven niet de mening van de redactie te weerspiegelen.
+++
Vind je ons programma leuk? Informatie over verdere ondersteuningsmogelijkheden vindt u hier: https://kenfm.de/support/kenfm-unterstuetzen/
+++
Nu kunt u ons ook ondersteunen met Bitcoins.
BitCoin-adres: 18FpEnH1Dh83GXXGpRNqSoW5TL1z1PZgZK
Kommentare (0)