Waarom houdt de geneeskunde vast aan het paradigma van “externe ziekteverwekkers”? | Door Dr. Jens Fleischhut…

Een standpunt van Dr. Jens Fleischhut.

De theorie van infectie met virussen als externe ziekteverwekkers is nooit bewezen. Ook de detectie van virussen met behulp van Kochs postulaten is nooit succesvol geweest. Integendeel, hersenbeeldvormingstechnieken (fMRI) hebben nu op indrukwekkende wijze aangetoond dat de chronische activering van onopgeloste emotionele conflicten onder de bewustzijnsdrempel leidt tot progressieve schade aan organen, botten, de functies van het skeletstelsel, de celstofwisseling en andere lichaamsfuncties. Waarom houdt de gevestigde geneeskunde dan nog steeds vast aan de theorie van de infectie door een virale infectie, die nu als achterhaald wordt beschouwd?

Ik wil deze vraag verduidelijken op drie analyseniveaus: op het oppervlakniveau (verschijningsniveau), de diepe toestand (diepe toestand) en het achtergrondniveau (spiritueel niveau). Deze aanpak is vergelijkbaar met de analyse van een theaterstuk. Op het podium acteren de performers met acties en woorden (oppervlakte niveau). De performers handelen volgens de instructies van de regisseur (deep state). De regisseur oriënteert zich op het script dat door de auteur of een team van auteurs is geschreven (achtergrondniveau). We beleven momenteel het toneelstuk “Game of Life”, waarin na de eerste drie acts Lemuria, Atlantis, Satya Yuga (Matriarchy), nu de vierde acte “Kali Yuga” (Age of Division) op het punt staat te eindigen. De Kali Yuga wordt gekenmerkt door leugens en bedrog. De sleutel voor een overgang naar de volgende leeftijd is de waarheid. De overgang naar de vijfde akte “Age of Aquarius” (Age of Freedom) is al duidelijk.

1e bovenste niveau: Niveau van verschijnselen/verschijningen

Het creëren van kennis (wetenschap) is een proces van cognitie. Het is gebaseerd op een uitgangspunt, het heersende wereldbeeld.

Wetenschappers groeien op in een bepaald wereldbeeld, het respectievelijk geldende paradigma. Hun opleiding volgens dit wereldbeeld geeft vorm aan hun handelen (onderzoek), denken en voelen. Dit vormt hun persoonlijkheidsstructuur, die hen hun identiteit geeft. Als ze succesvol zijn als wetenschappers, versterkt dit hun identificatie met hun persoonlijkheidsstructuur. Nieuwe bevindingen van (in eerste instantie) buitenstaanders worden daarom gezien als een bedreiging voor hun identiteit, die zou kunnen leiden tot de devaluatie van hun persoonlijkheid. De identificatie van mensen met een vals zelfbeeld, het ego, leidt tot een vals wereldbeeld. Dit kan worden veranderd wanneer de persoon zich bewust wordt van zijn of haar zelf. Dan is het mogelijk dat zijn zelfbeeld in overeenstemming is met zijn ware zelf en dat het ego zijn verdienstelijke taak, het realiseren van de in het zelf gestelde levenstaak, het beste kan vervullen. In dit geval is er een identiteit tussen zelfbeeld en zelfbeeld (ego). Bij het identificeren van een vals zelfbeeld maakt een persoon ten onrechte zijn zelfwaarde afhankelijk van het feit dat niemand zich realiseert dat hij het niet eens is met zijn zelf, dat er iets mis is met hem. Als zijn valse zelfbeeld in twijfel wordt getrokken door levensomstandigheden, crises en uitdagingen, zal de persoon elke mogelijke verdediging van deze erkenning van zichzelf en anderen activeren. De mens vreest dat zelfbedrog zal worden erkend en dat zijn waarde zal worden gedevalueerd. De verdediging tegen deze (vermeende) devaluatie verloopt doorgaans in drie fasen.

  • Fase 1: Negeren
  • Fase 2: Ridicule
  • Fase 3: Vechten

In de psychologie staat dit mechanisme bekend als het fenomeen “cognitieve dissonantie”. Vaak hebben mensen een zeer sterke geloofskern, dat wil zeggen een zeer gestold wereldbeeld, dat hen stabiliteit zou moeten geven. De greep in het leven wordt dan niet ondersteund door het zelf van de persoon (gebrek aan zelfvertrouwen) en de perceptie en de confrontatie met de buitenwereld wordt dan verstoord (gebrek aan zelfvertrouwen), zodat het zelfvertrouwen tekortschiet. Hoe zwakker het zelfvertrouwen en hoe groter het verschil tussen het ware zelfbeeld en het zelfbeeld, hoe sterker het vasthouden aan het wereldbeeld en de consolidatie daarvan. Als ze geconfronteerd worden met een vanzelfsprekendheid die hun overtuiging tegenwerkt, kan de nieuwe vanzelfsprekendheid niet worden geaccepteerd, omdat het een gevoel creëert dat uiterst onaangenaam is. Omdat het belangrijk is om de kernovertuiging te beschermen, zullen ze alles wat niet past bij die kernovertuiging rationaliseren, negeren en ontkennen. De feiten, theorieën, standpunten die door andere mensen worden gepresenteerd, veroorzaken dan angst, woede, woede, wrok, woede, haat, die op de anderen wordt geprojecteerd. Dit zijn dan ketters, warhoofden, gekken, samenzweringstheoretici, rechtsextremisten, nazi’s en antisemieten.

In de geschiedenis van de wetenschap is het zo geweest dat het toekomstige paradigma pas overwonnen kon worden nadat er voldoende oude vertegenwoordigers van de wetenschap waren gestorven. Daarna waren er niet genoeg oude verdedigingswerken meer over om het nieuwe paradigma te laten ontstaan. Grappig genoeg hebben de “nieuwe” wetenschappers later nieuwe bevindingen afgewezen. Zo ging de geschiedenis van de wetenschap met sprongen vooruit (tot nu toe). Zie Thomas Kuhn: Die Struktur wissenschaftlicher Revolutionen, 1962.

2de verdiepingsniveau: Diepe staat

Kennis betekent macht, zodat bij elke wetenschappelijke kijk op de wereld de mogelijkheid bestond om deze kennis als machtsinstrument te gebruiken. Zo kan in de geschiedenis van de mensheid worden aangetoond dat bepaalde wetenschappelijke wereldbeelden bestaan met de macht (en het machtsmisbruik) van bepaalde sociale groepen. Dus tot ongeveer 1600 was de kerk de instelling die bepaalde wat “waar” was in de religie en de natuurwetenschap (vandaag de dag de natuurwetenschap). De kerk bepaalde wat waar was in relatie tot God en in relatie tot de natuur – mensen moesten toen beide blindelings geloven.

a) In de religie gold het paradigma dat normale mensen geen direct contact met God (de geestelijke wereld) konden hebben, dus het was “juist” om de door God bepaalde bemiddelaars, zoals priesters, kardinalen en Pabst, die direct contact met de geestelijke wereld hadden, blindelings te geloven.

b) In de door de Kerk vertegenwoordigde natuurleer was dat ook zo. Ook hier had de Kerk eeuwenlang het monopolie om te bepalen wat waar was. Zij bepaalde wat de waarheid is met betrekking tot de natuur, de kosmos, de aarde en alles wat aards is. De mensen moesten dit toen ook blindelings geloven.

Pas toen met nieuwe bevindingen (Copernicus, Keppler, Galileo) de paradigma’s van de Kerk op steeds grotere tegenstrijdigheden stuitten en zij bewezen dat het paradigma dat ‘door God gegeven’ zou zijn, verkeerd was, veroverden de nieuwe wetenschappers, na lange verdedigingsstrijd van de Kerk met vervolging, marteling en dood, de onafhankelijkheid van de Kerk. Sindsdien is er een splitsing ontstaan in het geestelijke (competentie van de kerk) en het materiële (competentie van de wetenschap). Het was dus een stap van bevrijding, want nu moesten de natuurwetten niet meer blindelings worden geloofd, maar konden ze worden onderzocht met de methoden van de natuurwetenschap. Vervolgens bepaalden de dogma’s van de kerk de visie op het geestelijke, de bevindingen (en later de eveneens verharde dogma’s) van de natuurwetenschap de visie op het materiële.

Aangezien er volgens het axioma van de natuurwetenschappen niets geestelijks actief is in het materiële, zou niets “wetenschappelijk” kunnen zijn met de methoden van deze materialistische kijk op de wereld, die het spirituele, het mentale, de gevoelens, de gedachten, dat wil zeggen alle immateriële dingen, omvatte.

Vervolgens werd de aanvankelijk bevrijdende natuurwetenschap een nieuw geloofssysteem waarvan de vertegenwoordigers op hun beurt nieuwe feiten, bevindingen en theorieën bestrijden met de mechanismen van “cognitieve dissonantie”. Dit leidt er momenteel toe dat de wetenschappelijke medische verklaring van ziekten gebaseerd is op materiële oorzaken. Omdat er bijvoorbeeld bij longontsteking of kanker aanvankelijk geen materiële oorzaak in het lichaam werd gevonden, heeft de geneeskunde de oorzaken buiten het lichaam gezocht. Zo werd de theorie van infecties (bacteriën, virussen, schimmels etc. in het exterieur) het heersende paradigma voor vele ziekten, en de “kankerverwekkende stoffen” in het exterieur het heersende paradigma voor de ontwikkeling van kanker.

Vooral Robert Koch en Louis Pasteur werden wereldberoemd met de theorie van “besmettelijke ziekten”. Dit paste ook heel goed in de competitieve en strijdende maatschappij: kwade externe vijanden vallen ons aan, dringen ons binnen, zijn een dodelijk gevaar dat vernietigd moet worden. De oorlog tussen de naties werd nu uitgebreid tot de oorlog van ieder mens tegen andere mensen, omdat deze de kwade ziekteverwekkers konden “overbrengen”. De “strijd tegen kanker” is ook het dominante paradigma geworden in de behandeling van kanker. De vernietiging van de tumor met alle middelen (inclusief wrede middelen zoals hooggeconcentreerd gif bij chemotherapie, dodelijke bestraling bij tumorbestraling) werd gemeengoed als behandeling.

Pas met een nieuwe kijk op de wereld wordt duidelijk dat onopgeloste mentale conflicten de oorzaak zijn, die vervolgens leiden tot materiële gevolgen, die we dan bacteriën, virussen, schimmels (ziekteverwekkers) of tumoren noemen. Met dit nieuwe wereldbeeld zou “de strijd” tegen iets uitwendigs vervangen worden door het zoeken naar iets inwendigs in een persoon, wat als een onverlost geestelijk conflict de ziekten veroorzaakt. De behandeling zou zich dan concentreren op de verlossing van het onopgeloste mentale conflict met de toevoeging van materiële begeleidende behandelingen zoals ontgifting van het lichaam en omzetting van de fysieke stofwisseling door veranderde voeding.

In het tijdperk van Kali Yuga was het echter al heel vroeg duidelijk dat er een goudmijn was ontstaan met de strijd tegen onzichtbare killervirussen en kankerverwekkende stoffen uit het lichaam. Omdat de hoeveelheid onzichtbare vijanden bijna onuitputtelijk kan worden “gevonden”, is verdediging door middel van tabletten, operaties, chemische behandelingen en vaccinaties de grootste zaak aller tijden (Bill Gates: vaccineer 7 miljard mensen bij elke nieuwe bedreiging, bij voorkeur vier keer per jaar, omdat de kwaadaardige virussen voortdurend muteren). Vanuit dit financiële oogpunt zou een nieuw paradigma een enorme bedreiging vormen, aangezien vaccinaties niet langer nodig zouden zijn en er een einde zou komen aan de miljardenzaken van de kankerindustrie.

3e niveau: Geestelijk niveau (achtergrond)

De verdeling in religieuze dogma’s en in materiële dogma’s dient een doel zoals elke verdeling. Wanneer een heelheid (holistische kijk op ziekte) wordt gesplitst, zoals bij elke splitsing, kan de ene kant de andere bestrijden. Dan verheugt de lachende derde partij zich. Wie is nu de lachende derde partij op spiritueel vlak? Het is de macht die leeft van verdeeldheid, religieus gezien zijn dit Aryman (Satan) en Lucifer. Als een persoon uit de goddelijke orde van heelheid valt (d.w.z. uit balans, harmonie) kan hij vallen aan de kant van het materialisme (vertegenwoordigd door Aryman) met de hebzucht naar macht en geld of aan de kant van de “goede man”, d.w.z. verdwaald raken in het spirituele, de illusoire veronachtzaming van alles wat stoffelijk is (vertegenwoordigd door Lucifer). Omdat zowel Aryman als Lucifer zich volgens de vrije wil van het licht hebben afgekeerd, hebben ze zich ook afgescheiden van de bron van (goddelijke) energie en gaan ze nu op jacht naar de energie van anderen. Ze worden energiedieven, die dit verdoezelen met bedrog, leugens, leugens. Dit is de diepere geestelijke reden voor het kwaad in de wereld, de reden voor oorlogen (toe-eigening van de natuurlijke hulpbronnen van andere volkeren etc.) en voor het behoud van het materialistische wereldbeeld en de bijbehorende materialistische geneeskunde. Omdat het gebaseerd is op angst, is het het beste middel om de macht, het geld en de roem van de heersers te manipuleren.

P.S. Oplossing:

Met het overwinnen van de tweezijdigheid kon de heelheid (natuurlijke orde) in de liefde worden gevestigd. Zo’n holistische geneeskunde zou het beste van beide kanten nemen. Voor alle ziekten zou enerzijds de kennis van de geesteswetenschappen (psychologie) worden gebruikt en zou dus erkend worden dat alle ziekten aan de wortel (radix = wortel, d.w.z. radicaal gesproken) een onopgelost geestelijk conflict als oorzaak hebben. Aan de andere kant zouden voor ongevallen, noodsituaties, enz. de beste methoden van de wetenschappelijke geneeskunde worden gebruikt, zoals operaties, wondverzorging, enz.

Let op:
(1) cf. bv. Engelbrecht, T.; Köhnlein, C.: Virusmaniak. Varkensgriep, vogelgriep, SARS, BSE, hepatitis, AIDS, polio. Hoe de medische industrie voortdurend epidemieën verzint en miljardenwinsten maakt ten koste van het grote publiek. Met een voorwoord van Dr. med. de Harven, pionier op het gebied van virusonderzoek en een bijdrage van Robert. F. Kennedy Jr. over vaccinaties, kwik en autisme. 2006 door emu-Berlags- und Vertriebs-GmbH, Lahnstein

+++

Met dank aan de auteur voor het recht om te publiceren.

+++

Foto bron: ruji555 / shutterstock

+++

KenFM streeft naar een breed spectrum aan meningen. Opinieartikelen en gastbijdragen hoeven niet de mening van de redactie te weerspiegelen.

+++

Vind je ons programma leuk? Informatie over verdere ondersteuningsmogelijkheden vindt u hier: https://kenfm.de/support/kenfm-unterstuetzen/

+++

Nu kunt u ons ook ondersteunen met Bitcoins.

BitCoin-adres: 18FpEnH1Dh83GXXGpRNqSoW5TL1z1PZgZK


Auch interessant...

Kommentare (0)

Hinterlassen Sie eine Antwort